Visio maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om d.m.v. online trackers, die pas actief zijn na uw expliciete toestemming, om de koppeling met social media eenvoudiger te maken. Lees meer over ons cookiebeleid

Alles staat op zijn kop

05-07-2022

“Ik loop even de DM drogist in.” Terwijl mijn vrouw de DM drogist in het Duitse Kleve binnen loopt, ga ik op een bankje zitten. Het is een prettig plekje. Ik hoor heel duidelijk een fontein en voel de warme zon op deze mooie zomerdag. Ik probeer ervan te genieten.

Bijzondere ontmoetingBankje in herfstig park

“Bist du Blind?” Vraagt er iemand naast me. Zonder het te weten ben ik naast iemand gaan zitten. “Zo goed als, ik zie nog contouren, maar ik kan u niet zien.” “Dat lijkt me niet gemakkelijk” antwoordt hij. Woont u hier in Kleve?”. “Min of meer, ik kom eigenlijk uit Lindau in Beieren.” “Daar ben ik wel eens geweest. Prachtige stad aan der Bodensee.”

“Niet voor mij” mompelt hij. “Ik ben alles verloren. Mijn dochter is daar plotseling overleden en ik ben nu helemaal alleen. Ben gaan zwerven gaan drinken en aan het zoeken”. 

Ik besef me dat ik naast een zwerver ben gaan zitten. Opmerkelijk, dat had ik met zicht waarschijnlijk niet gedaan. Min of meer onbewust was ik waarschijnlijk op een ander bankje gaan zitten.

Je kijkt anders als je blind bent

“Blind zijn is vast niet gemakkelijk”’, zegt hij. “Bent u blind geboren?”
“Nee”, geef ik aan. “Het is gebeurd afgelopen mei, zomaar uit het niets door een bacterie.” Plotseling word ik aangesproken: “Entschuldigung, Ich bin einer Polizei beambte, ist alles im ordnung?”. “Ja hoor, zeker”, geef ik aan. De agent laat me weten dat als er problemen zijn ze me eventueel willen helpen. Ergens schrik ik van deze reactie. Waarom deze vraag? De man hiernaast me doet in mijn ogen geen vlieg kwaad. En ik zie er, ondanks mijn blindengeleidenstok, toch niet echt hulpeloos uit?

“Das war für mich” zegt mijn bankgenoot. “Ik woon op straat hier in Kleve. Ze houden het centrum liever schoon. Ze zoeken een reden om mij te verwijderen.” Ik slik het weg en denk: Je kijkt anders als je blind bent.

Rouwen

“Das war sicher nicht einfach für dich” Hij pakt het gesprek weer op. “Dat is echt niet voor te stellen meneer. Alles staat op zijn kop en alles moet ik opnieuw leren. “Das erlebe ich auch. Sinds ik mijn dochter ben verloren, kan ik niet meer mijn gewone leven oppakken. Ik zit echt in een diep dal. Ik kan niet meer goed denken. Ik heb geen gevoel meer en weet het gewoon niet meer.” Ik voel met hem mee, en bedenk me: Wat was mijn eerste stap? Deze kan ik niet vinden, of toch, gewoon niet accepteren dat je iets niet meer kan. In zekere zin rouwen we alle twee. Mijn Duitse vriend omdat hij zijn dochter heeft verloren en ik omdat ik mijn zicht kwijt ben.

Ik wil niet in clichés vervallen als tijd heelt alle wonden en zoek hulp. Uit mijn hart komen de woorden: “Meneer, u doet het goed, blijf gewoon op dit bankje zitten, blijf zwerven van stad naar stad en op een gegeven moment komt u uw geluk ook weer tegen.

Mijn vrouw komt uit de DM, “Wie is dat?” “Geen idee”, zeg ik. “Weet je dat je naast een zwerver zat? Kom we gaan.”

Nooit meer zal ik mijn Duitse bankvriend tegenkomen en weten hoe het afloopt. Geen idee wie hij is en geen idee hoe hij eruitziet. Hopelijk herkent hij mij nog eens ergens op een Duits bankje.

Marcel van Oorschot
Oktober 2021