Visio maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om d.m.v. online trackers, die pas actief zijn na uw expliciete toestemming, om de koppeling met social media eenvoudiger te maken. Lees meer over ons cookiebeleid

So en so-mb

Speciaal onderwijs (so)

De afdeling so is er voor leerlingen van 4 tot 13 jaar. Naast de visuele beperking is er vaak sprake van bijkomende problemen als aandachtsstoornissen of gedragsproblemen. De afdeling so kent in principe vier klassen.

Zelfde leerstof, lager tempo

De leerlingen volgen dezelfde leerstof als toegepast bij reguliere basisscholen. Ze doen veelal drie jaar over groep 3 en 4. Als leerlingen acht jaar op school zitten, bereiken ze het niveau van eind groep zeven en stromen dan door naar het vmbo. De leerlingen die op een hoger niveau uitstromen, halen in het negende leerjaar het eindniveau van groep acht. Zij stromen dan door naar vmbo-t, havo of vwo. Per leerling stellen we bij aanvang vast naar welk type vervolgonderwijs de leerling zal uitstromen (praktijkonderwijs, vmbo, havo, vwo).

Aanvullende vakken

Naast de vakken van het reguliere basisonderwijs staan ook zintuigontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, zwemmen (van vijf tot negen jaar) en oriëntatie & mobiliteit (indien geïndiceerd) op het programma.

Speciaal onderwijs voor meervoudig beperkte kinderen (so-mb)

De so-mb-afdeling is onderverdeeld in twee leeftijdgebonden groepen: so-mb onderbouw (4 tot 8 jaar) en so-mb bovenbouw (8 tot 12 jaar).

Veel ondersteuning voor de leerling

De klassen bestaan (indien mogelijk) uit circa zes leerlingen van een vergelijkbaar niveau. In elke groep werkt een leraar met onderwijs- en zorgassistenten. Zij worden ondersteund door therapeuten en vakleraren.

Leerroutes

Een leerling kan een schoolvak op vijf niveaus volgen. Dat noemen wij leerroutes. Via deze leerroutes werkt een leerling aan de kerndoelen die het ministerie van Onderwijs vaststelt. Wat ons onderwijs bijzonder maakt is dat we aan deze doelen werken door gebruik te maken van alle zintuigen. Leerlingen krijgen de kans om thematisch allerlei materialen te voelen, ruiken, proeven, beluisteren en zo mogelijk te zien.

Binnen het so-mb zijn er leerroutes voor zintuiglijke en motorische ontwikkeling, zelfredzaamheid, spel, sociaal-emotionele ontwikkeling, omgaan met media en technologische hulpmiddelen, oriëntatie & mobiliteit, taal en communicatie, rekenen, oriëntatie op de wereld, kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs.