Visio maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om d.m.v. online trackers, die pas actief zijn na uw expliciete toestemming, om de koppeling met social media eenvoudiger te maken. Lees meer over ons cookiebeleid

In de schijnwerpers: Sofie Mangnus

Geplaatst op 09-12-2015 - 11:53
In deze rubriek geeft een professional van Visio uitleg over zijn of haar vakgebied. Dit keer komt Sofie Mangnus, revalidatietherapeut bij Visio in Den Bosch, aan het woord.
 
Sinds wanneer ben je bij Visio in dienst?
Ik ben gestart bij Visio (destijds Sensis genaamd) in Eindhoven in september 2000. Ik was voorheen werkzaam in een ander werkveld, met mensen met een verstandelijke beperking. In 2000 tipte een vriendin mij op de baan bij Visio. Ik was wel toe aan een nieuwe doelgroep en ben er dus meteen voor gegaan. Vooral het werken met kinderen en jongeren sprak mij altijd al aan en dat doe ik nu ook voor het grootste deel van mijn werk. Daarnaast begeleid ik af en toe ook nog slechtziende of blinde volwassenen of mensen met een visuele en verstandelijke beperking.
 
Met welke vragen kunnen cliënten van Visio bij jou terecht?
Bij kinderen in de basisschoolleeftijd zijn het meestal de ouders die vaak praktische (mobiliteits)vragen hebben: Kan mijn kind zelfstandig naar school, fietsen, boodschappen doen, naar oma toe? Als kinderen ouder worden en hun grenzen gaan verleggen komen ze ook zelf met vragen: Kan ik met de bus? Alleen naar de stad? Dit is ook meteen een belangrijk punt in mijn werk, vaak komen uit dit soort praktische vragen diepere thema’s naar boven die te maken hebben met loslaten, vertrouwen, zelfstandigheid.
 
Voor ouders van slechtziende of blinde kinderen is het loslaten van hun kind soms een groot dilemma. Is het verantwoord dat ik mijn kind zelfstandig laat deelnemen aan het verkeer? Is het niet gevaarlijk om mijn kind zelfstandig een warme maaltijd te laten bereiden? De vragen hebben ook vaak te maken met weerbaarheid: hoe je vragen stelt als je de weg kwijt bent, of je aan de buitenwereld wilt laten zien dat je een visuele beperking heb, of je wel of geen stok wilt gebruiken.
 
Bij kinderen die ernstig slechtziend of blind zijn, gaan de vragen vaak ook over activiteiten in het dagelijkse leven: zelfstandigheid, koken, huishouden, voor jezelf zorgen.
 
Wat houdt je functie als revalidatietherapeut precies in?
Van huis uit ben ik ergotherapeut en richt ik me op de totale mens vanuit zijn beperkingen én mogelijkheden. In de praktijk verwijst de ambulant onderwijskundig begeleider vaak door naar mij bij vragen over oriëntatie & mobiliteit, sociale vaardigheden en weerbaarheid. Ik kom altijd thuis bij de cliënt, werk samen in een driehoek met de ouders en het kind en ga dan in gesprek om te kijken wat de praktische hulpvraag is en of er misschien achterliggend nog andere hulpvragen zijn. Ik bekijk het hele kind, probeer verder te kijken dan alleen de vraag “Hoe kom je van a naar b?”, maar ook “Wat kom je onderweg tegen en hoe kun je je daarin handhaven?”. Wanneer een kind dat blind is bijvoorbeeld zijn oor naar iemand richt, kan dat voor iemand die niet weet dat je blind bent, raar overkomen: je stelt een vraag en kijkt weg. Dit soort zaken hebben ook aandacht nodig.
 
Bij een eerste bezoek ga ik kort in op met wie ik aan tafel zit en wat ik te bieden heb. Ik vraag door op basis van de eerste hulpvraag: Doet uw kind wel eens zelf een boodschap? Wat voor een strategie past hij toe? Stelt hij makkelijk vragen aan mensen of vindt hij dit lastig? Kan dit door zijn slechtziendheid komen? Ouders kennen hun kind het allerbeste, en begeleiden het natuurlijk voor het overgrote deel, maar ik kan daarop aansluiten met een stuk expertise. Ik loop als het ware een stukje mee om het kind samen met de ouders te begeleiden in zijn ontwikkeling, als aanvulling op wat ouders niet weten of kunnen.
 
Ik ga altijd met het kind naar buiten, bekijken wat hij kan en wat hij moeilijk vindt. En dan de omgeving bekijken, bekende en onbekende routes volgen, meedenken met ouders hoe zij hun kind verantwoord kunnen loslaten en het ook goed voelt voor de ouders. In het begin ga ik alleen met het kind op pad. Later vraag ik ouders mee, om te laten zien wat het kind allemaal kan en dat het kind alleen op pad kan. Het gaat hierbij niet alleen om het stuk van de visuele beperking, maar ook een groot stuk over vertrouwen: over het maken van afspraken en het gedrag van het kind.
 
Vaak maken we vanuit het vertrekpunt van oriëntatie & mobiliteit een doorsteek naar hoe andere zaken gaan. Ik ga dan bijvoorbeeld mee naar de sportvereniging voor een ervaringsbijeenkomst om aan andere kinderen en de trainers uit te leggen waar ze rekening mee moeten houden.
 
Buiten het aanbieden van individuele trainingen, geef ik ook trainingen in groepsverband via de Visio Academie. Bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteit (bijvoorbeeld een fietscursus) maar ook kookworkshops met jongeren. Tijdens deze groepstrainingen is lotgenotencontact een belangrijk onderdeel. Voor slechtziende en blinde kinderen en jongeren, die meestal de enige leerling in hun klas zijn met een visuele beperking, is het ook fijn om van andere kinderen te horen hoe zij omgaan met bepaalde dingen. En dat de visuele beperking even geen “speciaal iets is”.
 
Wat maakt indruk op je?
De grootste les die ik geleerd heb in het werken met kinderen en volwassenen die slechtziend of  blind zijn, heeft te maken met tempo. Als je een visuele beperking hebt, ligt je tempo vaak wat lager en daar moet de omgeving rekening mee houden. De vermoeidheidscomponent maakt veel indruk. Als kinderen ouder zijn, worden ze vaak meer beperkt doordat ze keuzes moeten maken in de dingen die ze graag willen doen. Alles doen is soms te vermoeiend. Het gaat er om dat ze een balans vinden tussen wat ze willen, wat ze kunnen en hoe ze die keuzes maken en dat in moeten vullen.
 
Wat spreekt je aan in je werk?
Ik vind het ontzettend bijzonder dat ik een stukje mee mag lopen in een gezin. Het vertrouwen dat mensen in je leggen, dat je letterlijk mag binnenkomen aan tafel en mee mag kijken.
 
Vorig jaar hebben we in Zuid-Nederland voor het eerst een revalidatieweek voor kinderen en jongeren georganiseerd. Dat was ook geweldig. Een vast onderdeel van het dagelijks programma was “Bewegen naar zelfvertrouwen”. Als ik dan aan het einde van de week iemand hoor zeggen: “Wauw, ik kan ook in mijn lijf voelen dat ik sterk ben” dan vind ik dat zó mooi. Dat een kind dat al zo mooi kan laten zien of verwoorden en je hun weerbaarheid ziet toenemen, dat zijn hele mooie momenten.

Reacties

Blog post heeft op dit moment nog geen reacties.
Abonneer