Visio maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om d.m.v. online trackers, die pas actief zijn na uw expliciete toestemming, om de koppeling met social media eenvoudiger te maken. Lees meer over ons cookiebeleid

Blog: een onvergetelijk vuur – Tanguy le Breton

29-12-2022
Cliënt Tanguy Le Breton (56) neemt u in zijn blog mee naar een revalidatiemoment bij Visio het Loo Erf. Le Breton liet middels muziektherapie bij Visio zijn emoties toe waardoor hij teruggevoerd wordt naar zijn studententijd in Rouen, Frankrijk. Deze blog is oorspronkelijk in het Frans geschreven. Le Breton heeft samen met zijn muziektherapeut Simon Hoex de blog vertaald naar het Nederlands, zodat zijn prachtige boodschap door iedereen te lezen is.

Tanguy achter de piano

“In oktober 2020 ging mijn eerste sessie muziektherapie op Visio het Loo Erf in Apeldoorn van start, met het doel om me mijn emoties te laten voelen. Muziektherapeut Simon Hoex heeft mij begeleid. Tijdens de observatieweek, voorafgaand aan de revalidatie, waren de trainers en therapeuten unaniem na de eerste indruk: “We moeten de harde soldaat Le Breton aan het huilen maken.” Gevangen in het vijandelijke kamp van de rationaliteit, had ik mezelf opgesloten in mijn gedachten, mishandeld door een geweten dat zichzelf negeert, in de steek gelaten door mijn zintuigen. Ik moest worden gedwongen om over het prikkeldraad van mijn verdedigingslinies te gaan en mezelf terug te brengen naar een gevoelig land.

En het is waar dat elke keer dat ik een sessie met Simon heb, ik schoorvoetend naar het muzieklokaal loop. Op mentaal niveau begrijp ik de methode niet en dat destabiliseert me, want ik ben gewend aan meer controle. Maar heel vaak gebeurt er iets onvoorziens. Ik kom getransformeerd, gehypnotiseerd, als op een wolk, tevoorschijn en proef een gevoel van welzijn dat me zelden op zo’n natuurlijke manier wordt aangeboden.

Een keer vroeg hij me om een muzikale dialoog met hem op de piano te improviseren. Ik was daar niet toe in staat en herinnerde hem eraan dat ik nog maar een beginner was. Maar hij legde me uit dat je door alleen aan de witte toetsen vast te houden, geen dissonant geluid kunt produceren. Ik moest het doen met een brok in mijn maag. Ik was bang om het verkeerd te doen, voor een negatief oordeel, voor berisping. Met mijn ogen dicht, na een periode van blind melodieus geklungel, leek het me dat mijn spel overeenkwam met dat van hem. Dus ging ik zelfverzekerder verder met de oefening en liet mijn handen voor zichzelf zorgen, zonder al te veel na te denken. Wat er gebeurde, baarde me zorgen. Er vormde een onafscheidelijk geheel dat schoonheid voortbracht tussen ons. Het gevoel deel te nemen aan een gemeenschappelijk werk heeft mij bevrijd en ik voelde een transformatie in mij. Ik wilde huilen, maar de tranen kwamen niet. Er was een rem die ik niet kon loslaten. Deze bevrijdingspoging was mislukt, maar had wel een doorbraak gezorgd.

Vandaag is het eerste uur van de dag en Simon laat me in de kleine muziekkamer zitten en vrij spelen op een piano, tijd voor hem om nog even naar zijn kantoor te gaan. Als hij terugkomt, zitten we tegenover elkaar: “Ik stel voor dat je je muziek herinnert die een stempel op je heeft gedrukt. We zouden rondom emoties kunnen werken.” 

De eerste nummers die in mij op komen zijn “Say it ain’t so” van Murray Head, “Angie” van de Rolling Stones en “Let it be” van de Beatles. Ik denk terug aan mijn tienerjaren, de mooie zoete puberteit. Maar nee, dat is niet interessant voor nu. En toen viel het nummer op zichzelf: “The unforgettable fire” van U2. Een nummer dat een belangrijke rol speelde in de tijd dat ik een student was in Rouen op een technische school. Mijn tweede studiejaar was gek verlopen. Gepassioneerd door de activiteiten van de studentenvereniging, had ik mijn studie verwaarloosd, tot op het punt dat ik in september een inhaalslag moest maken om mijn studiejaar alsnog af te kunnen ronden. In principe een formaliteit, maar wel een waardoor ik een week eerder terugkwam van vakantie dan anderen. Alleen in mijn studio met bijna geen buitenlicht, verdronk ik mezelf in dit nummer. Het betoverde me. Ik luisterde er steeds weer naar, obsessief. Ik ben gezakt voor mijn examen en ik moest het jaar overdoen.

Albumhoes van the unforgettable fire van U2

Simon sluit een bluetooth speaker aan op mijn iPhone waarop ik zei: “Speel U2’s unforgettable fire.” Ik ga rechtop zitten en sluit mijn ogen. Na een korte intro, begint het krachtige ritme meteen met een aangrijpende spanning. “Ice, your only rivers run cold.” Bono’s stem komt uit het niets, tussen bezwering en gebed. “Dug from the night, your eyes as black as coal.” Dit is ernstig. “Walk ‘til you run and don’t look back.” We zijn tussen leven en dood, tussen hoop en wanhoop. Een klaagzang over een bedwelmende melodie. 

Ik werd teruggevoerd naar 33 jaar geleden, naar mijn studio in Rouen. Van ver en van diep, voel ik een dubbelzinnig gevoel in me opkomen. Een spanning, een bitterheid die me naar de keel grijpt, een innerlijk conflict dat nooit is opgelost, een vuur dat ontwaakt en dreigt. Maar ook een zachte warmte die overstroomt en geruststelt, een belofte van bevrijding. Grote druppels tranen stromen over mijn wangen en laten een nat, zout spoor achter. Ik herleef alle momenten van dit lied die ik uit mijn hoofd ken. Ik wilde dat dit moment voor altijd kon duren, want het onthult dingen die ik niet onder woorden kan brengen, maar het lied eindigt en de stilte keert terug. Als ik eindelijk mijn ogen opendoe, door het grote raam voor me, komt het daglicht over me heen, helemaal wit door de wolken. Ik sta stil, mijn mond vreemd open met een onverwachte grijns onder mijn masker, verbaasd, alsof ik in watten zit.

‘Welke emotie overheerst?’ vraagt Simon me. Ik probeer de intieme echo te identificeren dat dit liedje elke keer weer zendt: “De afwezigheid van iets dierbaars, een gebrek, een verlatenheid”, antwoord ik. “Hoeveel liefde had je in je studententijd voor jezelf?” vraagt Simon. Dat is een vraag die ik in eerste instantie niet begrijp. Maar het is waarschijnlijk een slimme vraag die mijn vrouw me botweg stelt als ze ziet dat ik te veel alcohol heb gedronken, of als ik teveel heb gegeten: “Houd je echt van jezelf?”

In de uitrekkende, elastische stilte die we beiden niet willen onderbreken, zijn er antwoorden, een openbaring. Mijn gezicht is ontspannen. Ik moet zelfs zonder reden glimlachen. Het begrip tijd is veranderd. Ik heb geen haast. Het uur is voorbij en ik sta rustig op. Ik voel me goed in mijn lichaam. Met één woord bedank ik Simon, die ik door de eeuwige mist aankijk. 

Met een langzame, lichte stap verlaat ik de kamer en loop ik de gang door die naar de uitgang van het Omega-gebouw leidt. Mijn witte stok zigzaggend over de gladde, onbelemmerde grond. Ik vervolg mijn weg op een dag die mij wordt aangeboden met het gevoel moeiteloos te bestaan.

Ik zal me dit vuur altijd herinneren. Onvergetelijk.”