27-08-2015
Te vroeg geboren baby’s hebben meer risico op problemen met zien. Daarom worden zogeheten prematuren in het Albert Schweitzer ziekenhuis vanaf medio oktober automatisch gescreend door Koninklijke Visio. Eventuele problemen zijn zo snel te signaleren en zijn vroegtijdig te behandelen.
Vaak visuele problemen bij vroeg geborenen
Neonatoloog Elly Kleinlugtenbeld van het Albert Schweitzer ziekenhuis legt uit: “Kinderen die voor de 34e week van de zwangerschap geboren worden, hebben vaker visuele problemen. Denk aan scheel zien of afwijkingen aan het netvlies, maar vaker gaat het om de verwerking in de hersenen van wat de ogen zien. Bij prematuren zijn de hersenen namelijk nog niet helemaal ontwikkeld als ze ter wereld komen.” Alle kinderen die voor de 34e week ter wereld komen, houdt het Nazorgbureau Prematuren van het ziekenhuis standaard extra in de gaten. Vanaf half oktober is daar de screening van Koninklijke Visio aan toegevoegd. Op de polikliniek van het Albert Schweitzer ziekenhuis onderzoeken zij de kinderen als ze één, tweeënhalf en vierenhalf jaar oud zijn. Is verder onderzoek of behandeling nodig, dan zet Visio die, in overleg met de neonatologen van het ziekenhuis, in.
Wat Visio doet
Jolanda Kremer, ontwikkelingsbegeleider bij Koninklijke Visio, licht toe: “Bij de screening onderzoeken we wat het kind ziet en hoe het kind zijn gezichtsvermogen gebruikt. Een orthoptist, ontwikkelingsbegeleider of gedragswetenschapper voert de screening uit, aan de hand van testen en spelletjes. We bekijken zo of er problemen zijn aan het oog zelf, of bij de verwerking van beelden in de hersenen.”
Bevestigen samenwerking
Deze maand ondertekenden het Albert Schweitzer ziekenhuis en Koninklijke Visio de samenwerkingsovereenkomst, die ontstond vanuit een gezamenlijke behoefte. Dokter Kleinlugtenbeld: “Vanuit het nazorgbureau kennen we de problematiek met het verwerken van visuele informatie. Tegelijkertijd ziet Visio in de praktijk veel ex-prematuren die zich op latere leeftijd met problemen melden. Door samen te werken hopen we bij veel kinderen problemen op latere leeftijd voor te zijn.”