Visio maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om d.m.v. online trackers, die pas actief zijn na uw expliciete toestemming, om de koppeling met social media eenvoudiger te maken. Lees meer over ons cookiebeleid

Onderzoek naar nachtzichtbril

Hulpmiddelenkeuze bij nachtblindheid

In Nederland hebben vierduizend mensen last van Retinitis Pigmentosa. Dit is een progressieve oogziekte waarbij het gezichtsveld langzaam kleiner wordt. De ziekte gaat gepaard met nachtblindheid. Mensen tussen de vijftien en veertig jaar redden zich met deze ziekte overdag meestal nog prima. Maar in de wintermaanden, als het vroeg donker is, zien ze buiten vrijwel niets.
 

Doel

In het eerste project is onderzocht of een nachtzichtbril nachtblinde mensen kan helpen. Het is gebleken dat de nachtzichtbril een handig hulpmiddel is. In een vervolgproject is meer bekendheid gegeven aan de nachtzichtbril.
 

Werkwijze

In veertien revalidatiecentra hebben dertig mensen drie verschillende hulpmiddelen uitgeprobeerd, een zaklamp, een hoofdlamp en de nachtzichtbril. Deze hulpmiddelen mogen een maand lang uitgeprobeerd worden. Het revalidatiecentrum biedt begeleiding zodat het best passende hulpmiddel kan worden gekozen.
 

Doelgroep

Professionals, nachtblinde mensen.
 

Samenvatting

Van eind oktober 2006 tot eind maart 2007 heeft bij 14 instellingen van zowel Visio, Sensis als Bartiméus de landelijk implementatie platsgevonden van een nieuw revalidatietraject: "Hulpmiddeladvisering voor de avondmobiliteit van nachtblinde mensen."

Veel nachtblinde mensen kunnen in het schemer of donker niet zonder begeleiding naar buiten. In de periode 2002 - 2005 heeft door ZonMW/InZicht gesubsidieerd wetenschappelijk onderzoek hiervoor plaatsgevonden (prof. dr. Aart Kooijman (UMCG/RuG), drs. Dyonne Hartong (UMCG) en dr. Bart Melis-Dankers (Visio)). In het huidige implementatieonderzoek zijn de daaruitvoortkomende onderzoeksresultaten ingebed binnen de reguliere revalidatie voor slechtziende mensen en is gekeken in hoeverre een nachtzichtbril, zaklamp of hoofdlamp de praktische zelfstandige avondmobiliteit kan bevorderen.

Het revalidatietraject bestond uit: een intake, visueel functie onderzoek, 4 wekelijkse mobiliteitstrainingen in het donker, afname van een aantal vragenlijsten en een adviesgesprek. Landelijk hebben 60 klanten gedurende de looptijd belangstelling getoond voor deelname, waarvan uiteindelijk 30 nachtblinde klanten dit traject doorlopen hebben. Naast de begeleide trainingen hebben ze in hun eigen omgeving 3 weken zelf geoefend met de geselecteerde hulpmiddelen.

Van de 30 klanten kozen er na het traject 12 voor de nachtzichtbril, 7 voor de zaklamp, 4 voor de hoofdlamp en 7 voor geen hulpmiddel. Doordat de verschillende hulpmiddelen in de praktijk uitgebreid geprobeerd konden worden, werd een gerichte keuze mogelijk gemaakt. Met het geprefereerde hulpmiddel haalden alle klanten een goede loopsnelheid en botsten of struikelden ze zelden meer. Op basis van de projectresultaten is het revalidatieprotocol nog verbeterd. Dit resulterende protocol Avondmobiliteit bij Nachtblindheid zal een blijvend onderdeel gaan uitmaken van het zorgaanbod van de landelijke revalidatie-instellingen voor blinde en slechtziende mensen. Elke winterperiode zal een nieuwe trainingsronde van start gaan.
 

Literatuur
 

Melis-Dankers, Bart; Anne Vrijling; Ton Roelofs; Herman Talsma; Han Neve; Wim van Damme; G. van Tiel
Landelijk protocol avondmobiliteit. Huizen ; Zeist : Visio ; Bartiméus, 2009. – herz. dr. 2009

Melis-Dankers, B.J.M.; Vrijling, A.C.L.; Brouwer, D.; Jorritsma, F.F. & Neve, J.J. Hulpmiddelenadvies voor zelfstandige avondmobiliteit bij nachtblindheid. Abstract NOG vergadering 202, Maastricht 2008: 91

Vrijling, A.C.L.; Melis-Dankers, B.J.M.; Brouwer, D.M.; Jorritsma, F.F.; Neve, J.J. Improved Night Time Mobility Using Different Night-Vision Mobility Aids.
In: Proceedings of the 9th International Conference on Low Vision, Vision 2008, Montreal, Quebec, Canada


Status: onderzoek afgerond en geïmplementeerd
Onderzoeker(s): Prof.dr. A.C. Kooijman